Aan het einde van de steentijd verschijnen de eerste koperen werktuigen. Het zijn in onze streken zeer zeldzame, geïmporteerde voorwerpen. Zij luiden het begin van de metaaltijden in. Vondsten van brons zijn in onze streken pas rond 1700 voor Christus bekend. In die tijd was De Blaricummermeent door de stijgende zeespiegel reeds verdronken. En zullen toen geen mensen meer hebben gewoond.
Of er aan het begin van de Bronstijd mensen in De Blaricummermeent woonden, weten we niet. Wel is bekend dat in die tijd de flanken van het Veluwemassief en de Utrechtse Heuvelrug al bewoond werden. Het is goed mogelijk dat er in deze periode wel boeren buiten De Blaricummermeent woonden, in de drogere gebieden waar toen het Blaricumse dekzand wel nog aan de oppervlakte kwam. Deze mensen woonden dan waarschijnlijk in langwerpige houten boerderijen met enkele bijgebouwtjes. Uit opgravingen elders weten we dat men voornamelijk runderen hield en daarnaast wat varkens en schapen. Van akkerbouw is niets bekend. De mensen gebruikten, ondanks het feit dat we spreken over de Bronstijd, ook nog steeds werktuigen van vuursteen, steen en been.
Bijzonder aan de Bronstijd is dat de manier van begraven veranderde. Al rond 3000 voor Christus werden grafheuvels gebruikelijk. De overledene kreeg bijgiften mee in de vorm van versierd aardewerk en wapens zoals vuurstenen messen en bijlen, maar soms ook werktuigen of sieraden. Men vermoedt dat grafheuvels en hunebedden ook een sociale functie hadden: een symbool om een claim op de gebruiksrechten in een bepaald gebied kracht bij te zetten.
Deze tekst is tot stand gekomen aan de hand van input uit diverse bronnen. Via deze link is de bronnenlijst te downloaden.